Dat natuur goed voor je is, was vroeger vanzelfsprekend. Kloosters hadden kruidentuinen, scholen moestuinen en als je langdurig ziek was dan moest je naar een kuuroord aan zee of naar een sanatorium in de bergen. Het positieve effect van de natuur op onze gezondheid kreeg in 1984 zelfs een plek in het wetenschappelijk tijdschrift Science. De Amerikaan Roger Ulrich vergeleek patiënten na een galblaasoperatie. Hij ontdekte dat patiënten die na de operatie uitzicht hadden op groene bomen sneller herstelden dan als ze uitkeken op een stenen muur.
Fractale vormen in de natuur
Waarom de natuur zo goed voor je is, weten wetenschappers nog niet exact. Wel wijst onderzoek uit dat de vormentaal in de natuur een rol speelt. De natuur is namelijk gemaakt van fractalen; vormen die zichzelf herhalen. Ofwel, de grote vormen herhalen zich in de kleinere vormen. Zoom je bijvoorbeeld in op een bloemkool dan zie je een kleinere bloemkool. Overal in de natuur vind je deze fractale vormen terug: in de bergen, de bossen en op het strand. Ze trekken je aandacht, maar je hoeft er geen moeite voor te doen en dat brengt rust.
Een natuurvideo helpt bij stress
Na het bewijs van Ulrich kwamen er steeds meer onderzoeken naar de helende werking van natuur. Zo vertelt hoogleraar Agnes van den Berg in het Reformatorisch Dagblad over een onderzoek waarbij proefpersonen wandelen op een loopband. Een deel van de proefpersonen kijkt daarbij naar een natuurvideo en een deel niet. En wat blijkt tot nu toe? Dat zelfs een natuurvideo kijken al goed voor je is, want jouw hersenen verwerken dan beter stress.
Fytonciden in de natuur
Naast de fractalen heb je misschien ook baat bij de natuurlijke oliën die bomen en planten uitscheiden, de zogeheten fytonciden. Zij zijn kalmerend en vitaliserend en dat is wellicht een verklaring voor het gezonde effect van de natuur. Maar dat verklaart natuurlijk niet dat natuur ook goed voor je is achter glas of zelfs op een tv-scherm.
0 reacties